Realistisch schilder Dinie Boogaart

Publicaties

Inleiding van het boek Werk 1983-2000

Achter een uitstalling met vis staat een vrouw, massief, één hand in de zij, met de andere op de toonbank steunend; haar rode schort steekt af tegen haar zwarte bloes, een fleurige doek is als een tulband om haar hoofd gewikkeld. Het witte vlak achter haar suggereert een minderende zomerdag. De vrouw kijkt wat opzij, een beetje wantrouwig lijkt het wel, onbenaderbaar, ofschoon klaarblijkelijk in afwachting van een koper. Tegelijk afwerend en afwachtend, staat ze te peinzen over dingen die alleen haar aangaan.


Op een ander schilderij uit dezelfde serie zien we haar weer; maar nu is ze in actie. Zij kijkt met opengesperde ogen frontaal het beeld uit; ze staat met de benen gespreid alsof ze zich schrap moet zetten onder het gewicht van de grote vissen die ze, in elke hand één, met uitgestrekte armen een koper lijkt aan te bieden.

Hier draagt ze een donkere tulband en rijst hoog op tegen een vlak dat door kleurverschillen variërend van gebroken wit tot paars en zwart de dreigende bewogenheid heeft van een onweerslucht. Terwijl de voorstelling van de vrouw die in het zonlicht bij haar stal staat te wachten een verstild, haast meditatief karakter bezit, heeft het beeld van de vrouw die haar koopwaar aanbiedt iets dramatisch, waardoor de indruk wordt gewekt dat het niet zomaar om het verkopen van een paar stevige vissen gaat, maar om een offer in een verre oertijd. Ondanks deze tegenstellingen hebben beide figuren met elkaar gemeen dat zij, hoe monumentaal ze ook overkomen, tegelijk iets kwetsbaars hebben. De wachtende door het melancholieke dat van haar uitgaat, de 'offerende' door haar verschrikte blik.


Een oude gebogen man houdt voorzichtig een lans vast; ook hier wordt de gedachte aan een oertijd opgeroepen, maar zonder enige dramatiek. Deze 'Oude krijger' is geheel in zichzelf verzonken, hij lijkt te dromen van een mythisch verleden toen hij nog jong en sterk was. Op andere doeken verschijnt dezelfde persoon alleen maar als een 'Zwijgende man'; op één kijkt hij ons aan met een peilloze blik, op twee andere heeft hij zijn gezicht achter een hand verborgen. In weer een andere voorstelling staat hij in onze richting gedraaid, maar door zijn voorovergebogen houding en zijn naar beneden gerichte blik is er van een contact met de beschouwen geen sprake. Het is alsof we een stap opzij moeten doen om hem voorbij te laten gaan. Het witte vlak waartegen de donkere gestalte zich aftekent, suggereert hier geen zonlicht maar leegte.

Een vrouw in het zwart tegen een zwarte achtergrond, met een donker masker voor dat alleen de onderkant van haar gezicht vrijlaat. Het vlees van de halspartij en van de onderarmen die langs het lichaam hangen, lichten op in het duistere tafereel en geven haar ondanks al die verhullingen toch een duidelijke lijfelijke aanwezigheid. Is de vrouw een jonger familielid van de oude krijger? Is haar masker een oorlogsmasker en wil zij ons aanvallen? 'Met lege handen' heet het schilderij; zij is dus juist weerloos. Zij verbergt zich, maar toont zich alsof ze naakt was; zij bedreigt ons, maar met haar gemis.


Kleurrijke doeken met een kind. Juichend staat het op een stoel en vult het hele beeld; door de stralende manier waarop het ons aankijkt, wordt ook de wereld buiten het schilderij betrokken bij het feestje dat zij viert. Op een doek met een groot monochroom vlak maakt het juist een wat verloren indruk; verbaasd kijkt het voor zich uit vanonder een grote hoed, die aan een vikinghelm doet denken en het opneemt in de familie van krijgers waartoe ook de oude man met de lans en de vrouw met het masker behoren. In tegenstelling tot het juichende kind dat alles en iedereen in zijn vreugde wil doen delen, lijkt dit kind zich juist bewust te zijn van de afstand tussen zichzelf en de buitenwereld. Tegelijk drukt het een ingehouden kracht uit door de felle kleuren die het tot een fonkelend en vitaal element maken binnen een onbestemde ruimte.

Afweer, afwachting, schrik, gelatenheid, dreiging, desolaatheid, vreugde en verwondering, al deze gevoelens, soms verschillende tegelijk, komen tot uitdrukking in de figuren die Dinie Boogaart schildert. Het zijn niet zomaar gevoelens die toevallig horen bij een afgebeelde persoon, zij vertegenwoordigen wezenlijke aspecten van het menselijk bestaan. Hierdoor krijgen de werken een haast archetypische lading, die versterkt wordt door de krachtige, indringende stijl.
De composities zijn vaak monumentaal door de concentratie op één enkele figuur die het beeldvlak vult of daarmee in een spanningsverhouding is geplaatst.

Dat beeldvlak bestaat verder meestal uit niet meer dan één of enkele kleurvelden of is soms zelfs onbeschilderd gehouden. Ruimtewerking ontbreekt of is van een onbepaald karakter; slechts zelden maken de figuren onderdeel uit van een realistische omgeving. Een enkele maal wordt de figuur echter bijna ingeklemd door objecten en vlakken, zoals op een van de voorstellingen met de 'Zwijgende Man', wiens eenzaamheid hier niet minder groot is dan op het doek waar zijn donkere gestalte afsteekt tegen een kaal vlak.


Door het sobere en geconcentreerde van de composities en het beperkte gebruik van ruimte valt het niet zelden heftige kleurgebruik des te meer op. Een klassieke olieverftechniek laat de heldere kleuren stralen en maakt dat de donkere nooit dof zijn. Het coloriet, waaronder ook het gebruik van wit en zwart, is voor Dinie Boogaart het middel bij uitstek om uitdrukking te verlenen aan de gevoelens die haar personen vervullen. Daarbij kiest zij voor grote kleurvlakken; soms zelfs voor een overwegende monochromie, maar dikwijls voor sterke licht-donker tegenstellingen in een samenspel of ook wel een botsing van intense kleuren.

Dit kleurgebruik kan niet los gezien worden van het schildershandschrift, dat zowel van een grote beheersing als van een grote vrijheid getuigt. Losse toetsen en wisselende tonen doen de kleurvlakken leven of geven als zelfstandige elementen vorm aan een voorstelling. Steeds staat het handschrift in dienst van de expressie van het onderwerp, maar tegelijk stijgt het daar boven uit: de toetsen en tonen creëren een ritme dat uiteindelijk slechts als puur esthetisch genot wordt ervaren.

Niet het minst geldt dat voor de landschappen, de naakten en andere modelstudies. Bij deze klassieke onderwerpen waartoe schilders zich door de eeuwen heen hebben aangetrokken gevoeld, spelen de psychologische en archetypische aspecten een minder opvallende rol. De formele uitdagingen van deze thema's hebben geleid tot doeken waarin sfeer en expressie opgaan in de vreugde van het schilderen zelf.