Publicaties
Publicatie in boek: buiten bekeken - binnen geschilderd: Eén breed, dertig hoog
We gaan altijd naar Schiermonnikoog. Vroeger ging ik ook al vaak, toen werkte ik in aquarel. Dan had ik zo'n karretje achter m'n fiets. Maar na verloop van tijd vond ik dat toch te veel gedonder. Je krijgt haast een zonnesteek op zo'n strand. Plus al dat zand door je aquarelverf. Want olieverf deed ik niet, dan moest ik zoveel spullen meeslepen. De laatste jaren doe ik het wat makkelijker: ik maak schetsen of dia's. Ik ben er nu zo vaak geweest, het zit gewoon in m'n hoofd.
Piepklein dingetje, hè? Lekker om te doen! Het is heel vrolijk, vind je niet? Het is eigenlijk niks. Dat vind ik het leuke. Het is altijd prachtig op dat strand. Mooi weer, die verzengende hitte, de wind en dan die prachtige kleuren van die windschermen.
Dinie Boogaart, 'Paal 7'
Schiermonnikoog,
olieverf op paneel,
21 x 26 cm.
Experimenteren
De Noordzee-kant heeft me altijd het meest geboeid. De kant van de Wadden, daar heb ik niet zo veel mee, dat is minder boeiend. Het is natuurlijk wel mooi, maar die ingehouden kleuren liggen me niet zo. Ik houd toch van een felle kleur, rood, cadmiumrood en zo. Met model gebruik ik het ook veel. Soms denk ik wel eens: ik moet eens wat anders gaan doen. Alles wordt te rood. Maar dit soort strandscènes schilder ik regelmatig. Boven op m'n atelier ben ik met een grote bezig. Dan gebruik ik weer die elementen uit zo'n klein schilderijtje. Je kunt op zo'n groot formaat heerlijk uit de voeten en lekker experimenteren. Wanneer je succes hebt, moet je zeker ook de tijd nemen om te experimenteren. Dat wordt wel eens vergeten. Je moet je blijven ontwikkelen.
afbeelding: Dia ter voorbereiding van strandgezichten
Paal 7
Het schilderij 'Paal 7' is in forse toetsen opgezet. Even denk je dat het abstract is. Ja, het wordt soms helemaal abstract. Bij portretten moet alles op de juiste plek zitten, ben je aan veel zaken gebonden. De formaten zijn dan ook altijd bepalend voor het eindresultaat. Ik probeer altijd gekke afmetingen uit. Een formaat van één meter breed en 30 cm. hoog ga ik beslist niet uit de weg. Ook op dat punt moet je experimenteren. Het moet spannend blijven! Onlangs zag ik enkele prachtige pastels. Ik weet bijna zeker da het eindresultaat beter was geweest als de tekenaar was afgeweken van zijn standaard formaten.
Contrasten
Ik houd van contrasten in m'n kleurgebruik Zie je dat gekke groene vakje in het stranddingetje? Het is toch bijna verschrikkelijk? Toch doe ik het! Winsor Green is dat. Het ligt samen met Pruisisch blauw helemaal achterin m' n kastje. Dat zijn bloedlinke kleuren op je palet. Je penselen slaan twee weken lang groen uit als je Winsor Green gebruikt, maar het dóét het wel in je schilderij. Je moet het gebruiken voor accenten.
Het contrast van de gebruikte kleuren is hier duidelijk zichtbaar. De blauw/paarse kleur van de lucht en de lichtpaarse schaduw op de grond omsluiten de felle kleuren als het ware. De kleuren van de geschilderde objecten zijn op de kleurcircel complementair.
Ze zijn zo ruig en vlot opgezet dat ze bijna abstract overkomen.
Spontaan opzetten
Een schilderij zet ik in één keer op. Na het drogen glaceer ik meestal nog een beetje bij met kraplak. De kleuren worden dan iets briljanter. Trouwens, als je dat Winsor Green mengt met kraplak, dan kíjg je toch een kleur, bijna zwart! Ik heb laatst m'n buurman geschilderd. Die zit zo vaak met een haan op z'n arm. Hij kan dat beest de hele dag strelen. Toen heb ik die kleur voor de achtergrond gemengd.
Winsor Green en kraplak, dat staat als een huis. Kleur blijft heel belangrijk voor mij. Wat je tegenwoordig wel niet voor kant-en-klare kleuren kunt kopen, daar wordt ik soms wel eens misselijk van.
Zo ontwikkel je nooit een eigen palet. Het echte leren schilderen is volgens mij helemaal verdwenen.
Op de academies zouden ze er beter op moeten toezien.
afbeelding: Schets en voorstudie voor 'Paal 7
Contact met anderen
Ik geef twee dagen per week tekenles op een middelbare school. Dat blijf ik leuk vinden. Het contact met andere mensen is heel belangrijk voor me. Ik heb het druk genoeg en kan me makkelijk opsluiten in m'n atelier, maar dan wordt ik zo'n asociaal figuur. Ons kind gaat twee dagen per week naar de crèche. Dat betekent dat ik mij twee dagen op het schilderen kan storten. Ook al ben ik wel eens moe, die twee dagen moet ik volop benutten. Zit ik eenmaal in het ritme, dan ben ik niet meer te stoppen.
Als kunstenaar ben je steeds met jezelf bezig en eigenlijk wil ik ook wel eens wat anders meemaken. Wat trouwens ook heerlijk is, is in je atelier zitten en een beetje rondkijken. Lekker niks doen zeggen ze dan. Je gedachten gaan gewoon door. Eigenlijk wil ik eerst nog een serie strandjes maken, lekker spontaan, in één keer erop!
afbeelding: De compositorische verdeling van het vlak is op deze kleine afbeelding duidelijker te zien.
Eénderde is 'lucht' en tweederde is 'strand'.
De fel gekleurde objecten links worden in evenwicht gehouden door het groene vierkant.
(Uitgave doelenpers bv, 1998)